WONEN IN ITALIË – Zoet en zuur
Dit is nou zo'n moment waarop je ooit verliefd bent geworden op dit land. Op een zwoele zomeravond tijdens een open lucht concert. Boven een schilderachtig pleintje in het dorp Sinio zweven de klanken van de muziek van Ennio Morricone.
We luisteren naar het Magnasco Movie Quartet dat hier optreedt als onderdeel van het Alba Muziek Festival. Een half uur eerder schuifelde het publiek naar de stoelen. De meesten met het mondkapje aan één oor. Als je eenmaal zit, mogen ze helemaal af, godzijdank.
Wat volgt is een heerlijke avond vol filmmuziek waar het publiek na alle corona-ellende extra van lijkt te genieten. Ook de musici zijn blij weer te kunnen optreden. Na het stormachtige applaus krijgen we de ene toegift na de andere.
Ik ben met een lief Nederlands stel dat in Mombarcaro een tweede huis heeft. Zij hebben me attent gemaakt op de vele concerten die hier deze maand worden gegeven. Ze bestelden een kaartje voor me en vanavond ben ik met ze meegereden, wat ben ik toch een bofferd.
Een mooi einde van een dag die minder relaxed begon. Ik moest vanmorgen namelijk naar het belastingkantoor, het Azienzia d'Entrata in Mondovi. Dat zijn dagen dat je weer niet zo blij bent dat je hier woont.
Je weet van te voren al dat het veel wachten wordt en dat je de rit naar Mondovi zeker nog één, maar misschien nog wel meerdere keren, zult moeten maken. Nu hebben we ook nog covid, dus een nieuwe situatie. Als ik het gebouw inloop en de trap op ga, zie ik dat het kantoor is gesloten. Ik word doorverwezen naar boven.
Daar staat in de hal een lange rij mensen achter hun mondkapje te zweten. Ze staan op hun beurt te wachten voor een openstaande deur. Als je aan de beurt bent, loop je door die deur naar binnen en meld je je bij de oudere man die daar achter een balie zit.
Het is Dante. Een begrip bij dit belastingkantoor. Bij hem moet je je altijd als eerste melden, ook vorig jaar in het oude kantoor. Als een poortwachter die beslist of je mee mag in zijn bootje, een Caronte uit de Divina Commedia die de zondaars naar de hel vervoert.
Zo erg is het hier gelukkig nou ook weer niet. De één na de ander verschijnt voor Dante, meestal met een map vol papieren. Hij neemt voor iedereen de tijd. Tuurt in zijn computer, loopt even weg, maakt kopieën. Ik ben sneller aan de beurt dan ik dacht.
Ik kom voor een document dat ik ieder jaar nodig heb voor de belastingaangifte in Nederland. Ik heb het al twee jaar van de Italiaanse belastingdienst ontvangen en nu heb ik het dus voor het afgelopen belastingjaar weer nodig.
Ik moet eerst weer een formulier invullen. Dante zoekt de gegevens van voorgaande jaren op in de computer. Hij print wat en dan moet ik ter voltooiing van de hele procedure bij de sigarenboer verderop in de straat een zegel van 3 euro tien gaan kopen. Volkomen idioot natuurlijk, maar die wordt uiteindelijk op het document geplakt dat ik uiterlijk volgende week maandag kan ophalen.
Twee uitersten op één dag. De belastingdienst en Nino Rota's muziek bij de film Amarcord.
Met Linda en Fred drink ik na het concert in Sinio nog een wijntje in het dorp. Het is bijna middernacht. Ouden van dagen zitten te kaarten, kinderen sjezen in een trap-auto rond. Als we opstappen knikken de moeders ons vriendelijk toe. "Buona notte". Zeg dat wel, wat een dag...
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.